De Wmcz 2018 vraagt van zorgaanbieders in de langdurige zorg om cliënten en hun vertegenwoordigers of naasten in staat te stellen om inspraak te hebben op onderwerpen die gaan over het dagelijks leven van cliënten. Deze inspraak wordt georganiseerd naast formele medezeggenschap door cliëntenraden. Een voorbeeld van inspraak is huiskameroverleg. Zorgorganisaties die erop gericht zijn cliënten langdurig te laten verblijven, zijn verplicht om inspraak te organiseren. Zorgorganisaties met een kort verblijf of zonder verblijf kunnen op vrijwillige basis – naast de medezeggenschap- inspraak regelen voor cliënten.
Waarom is inspraak opgenomen in de Wmcz 2018?
Iedereen wil zijn of haar leven naar eigen inzicht vormgeven. En keuzes maken die aansluiten bij de eigen wensen en behoeften. Ook mensen die langdurig in zorgorganisaties verblijven willen, net als ieder ander, zelf deze keuzes maken en regie houden over de inrichting van hun eigen leven. Inspraak is één van de manieren waarmee mensen invloed kunnen houden op hun dagelijks leven als zij verblijven binnen een zorgorganisatie. Door inspraak als belangrijk onderdeel van de wet te maken geeft de overheid aan dat alle burgers moeten kunnen beslissen over de inrichting van hun eigen leven, ook als zij langdurig in een zorgorganisatie verblijven. De overheid wil cliënten steunen met het recht op inspraak en wil de zorgorganisaties er op wijzen dit serieus aan te pakken. Het is de bedoeling dit gezamenlijk aan te pakken en vorm te geven. Als zorgorganisatie, cliëntenraad, cliënten en naasten over en weer samenwerken aan meer contact en meer dialoog met elkaar is dat een goede voedingsbodem voor meer inspraak.
Wat is inspraak?
Wat is inspraak en hoe verhoudt het zich tot zeggenschap en medezeggenschap? De bedoeling van inspraak is vooral dat zorgorganisaties, cliëntenraden en cliënten constant met elkaar in contact staan. Op deze manier kan een zorgorganisatie ervoor zorgen dat cliënten en naasten: hun wensen kunnen aangeven, kunnen meepraten en meedenken en een heldere terugkoppeling krijgen over de uitkomsten van inspraak. Waar individuele zeggenschap vooral gaat over de directe zorg en individuele belangen van cliënten, gaat collectieve medezeggenschap over de wensen en behoeften van groepen cliënten gezamenlijk. Beide zaken zijn van belang.
Zeggenschap
Iedere cliënt heeft zeggenschap over zijn/haar eigen leven. Dat is ook in andere wetten vastgelegd voor cliënten van zorgorganisaties. Denk bijvoorbeeld aan de behandelovereenkomst in de Wgbo en het zorgplan in de Wlz.
Inspraak
Als het gaat om zaken die meerdere cliënten kunnen raken is het van belang dat cliënten en naasten daarover kunnen meepraten. Dat heet inspraak. Cliënten hebben recht op inspraak over onderwerpen die direct van invloed kunnen zijn op het dagelijks leven van meerdere cliënten. Inspraak overstijgt dus het individuele belang en zorgt ervoor dat ook degenen die niet deelnemen aan de cliëntenraad hun stem kunnen laten horen.
Medezeggenschap
De Wmcz schrijft voor dat er een cliëntenraad is die de gemeenschappelijke belangen van cliënten behartigt. De cliëntenraad heeft medezeggenschap over beleid en regelingen. Daarbij moet de cliëntenraad een beeld hebben van wat er leeft onder de cliënten van een zorgorganisatie. Inspraak kan hierbij een rol spelen. De Wmcz 2018 vraagt van de cliëntenraad om de resultaten van inspraak te betrekken bij zijn werkzaamheden. De cliëntenraad informeert cliënten en hun naasten over hoe hij dat heeft gedaan.
Documenten
Over het organiseren van inspraak en voorbeelden is een handreiking ontwikkeld.
Handreiking inspraak in de Wmcz 2018
Handreiking inspraak in de Wmcz 2018 – Eenvoudige samenvatting