Activa
Het geheel aan bezittingen van een organisatie. In de balans staan de activa tegenover de passiva van een onderneming.
Afschrijvingen
Het geld dat jaarlijks opzij wordt gezet. Ieder jaar wordt materiaal minder waard, en daarom wordt er over afgeschreven. Elke soort activa heeft een eigen afschrijvingspercentage. Afschrijvingslasten zijn de lasten voor het afschrijven van gebouwen, materieel en dergelijke. De kosten voor afschrijvingen behoren tot de kapitaalslasten.
Algemene kosten
Een post die onder andere de kosten bevat voor administratie en communicatie, verzekeringen, beheerskosten en dergelijke.
Balans
De financiële stand van zaken op een bepaald moment. Meestal wordt op 31 december gekeken welke bezittingen en welke schulden de organisatie heeft. De balans bestaat uit twee onderdelen, die met elkaar in evenwicht moeten zijn. Het ene deel bestaat uit de ‘activa’, het andere uit de ‘passiva’. De ‘geconsolideerde balans’ is de balans van een stichting. Daarin zijn alle onderdelen/locaties samengenomen. De posten zijn niet meer te herleiden tot de verschillende instellingen of zorgbranches.
Baten
De inkomsten of opbrengsten, alles wat aan geld binnenkomt. Rentebaten bijvoorbeeld zijn opbrengsten die ontstaan door banktegoeden. De baten bestaan allereerst uit het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of de subsidie die de organisatie ontvangt. Het is het budget dat de zorgverzekeraar betaalt voor de te leveren zorg. Hierover worden van te voren afspraken gemaakt tussen de organisatie en de zorgverzekeraar. De prijzen van de te leveren producten en diensten liggen tot op een bepaalde hoogte vast. Er wordt vooral onderhandeld over het type product en de hoeveelheid (het ‘volume’). Daarnaast behoren tot de baten de overige bedrijfsopbrengsten, bijvoorbeeld de inkomsten uit het restaurant, parkeergelden en liften.
Begroting
De financiële vertaling van het jaarplan.
Beleidscyclus
Het beleid van een organisatie heeft een bepaalde dynamiek: er veranderen voortdurend dingen. Het beleidsproces kent vaste patronen en gebeurtenissen die in een bepaalde volgorde steeds weer terugkomen. Dat is de beleidscyclus.
Corporate governance
‘Corporate governance’ of gewoon ‘governance’ is een Engelse term die staat voor het bestuur van een onderneming, en meer specifiek voor goed ondernemersschap.
Dotatie
Schenking volgens een bepaalde procedure.
Egalisatierekening
De rekening waaraan overschotten worden toegevoegd die zijn ontstaan doordat een deel van het geoormerkte bedrag voor instandhoudingsfinanciering niet wordt besteed.
Exploitatiebegroting
Een begroting van de verschillende soorten baten en lasten voor het komende jaar.
Financieel jaarverslag
De uitvoerige financiële vertaling van het jaarverslag.
Financieringstekort/ -overschot
Het verschil tussen het wettelijke budget van de organisatie en de door het zorgkantoor verstrekte voorschotten.
Investeringsbegroting
Deze begroting geeft aan welke bedragen voor investeringsprojecten worden uitgetrokken.
Jaardocument
Bevat onder andere een visie van de organisatie op de zorg, een verslag van wat er dat jaar is gebeurd, een financiële balans en een toelichting daarop. Onderdelen van het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording Zorg zijn het jaarverslag, het financiële jaarverslag en de jaarrekening.
Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording Zorg
Zie Jaardocument.
Jaarplan
Een uitwerking van het meerjarenbeleidsplan. Het jaarplan stelt de uitgangspunten van het beleid van het komende jaar vast.
Jaarrekening
Het financiële overzicht over het voorgaande jaar. De jaarrekening geeft een overzicht van werkelijke inkomsten en uitgaven.
Jaarverslag
Het document waarin de organisatie verantwoording aflegt over het voorgaande jaar.
Kapitaalslasten
De kosten van rente en afschrijvingen.
Lasten
Kosten, alles wat wordt uitgegeven.
Liquide middelen
De saldi die de zorgorganisatie heeft bij de verschillende banken, plus het aanwezige contante kasgeld.
Liquiditeit
De liquiditeitsratio geeft aan of er voldoende middelen direct beschikbaar zijn om de schulden die op korte termijn moeten worden betaald te voldoen. Een liquiditeitsratio van 1 betekent dat het voor 100% het geval is.
Materiële lasten
Dat kunnen onder andere zijn de kosten voor onderhoud en energie, huur, voedingsmiddelen, de overige personeelskosten, dotaties aan voorzieningen.
Meerjarenbeleidsplan
Of meerjarenplan. Dit plan zet de grote lijnen uit van het zorgbeleid van een zorginstelling voor meerdere jaren. Het legt een aantal strategische keuzen vast die richtinggevend zijn voor de vier of vijf jaren die volgen.
Overige bedrijfsopbrengsten
De opbrengsten uit bijvoorbeeld het restaurant en het parkeergeld, geld uit een nalatenschap, en ook inkomsten uit personeelsgebonden budgetten van mensen die bijvoorbeeld buiten een instelling wonen en gebruik maken van de zorg van een organisatie.
Overige personeelskosten
Kosten voor bijvoorbeeld opleiding, reis-en verblijfkosten, uitgaven ten behoeve van de arbodienst en dergelijke.
Passiva
De bronnen waarmee de onderneming is gefinancierd. De post passiva omvat onder andere de voorzieningen voor uitgestelde opbrengsten en uitgaven.
Personeelskosten
Alle uitgaven ten behoeve van het personeel van de organisatie.
Planning- en controlcyclus
Een naam voor de wijze waarop een zorginstelling haar activiteiten beheerst. Het proces verloopt van ‘beheersen’ (na het opstellen van een plan start men met de uitvoering van een product) via ‘verantwoorden’ (het afleggen van verantwoording over de voortgang) en ‘toezicht’ (het afleggen van verantwoording maakt toezicht mogelijk door de leiding) naar ‘sturen’ (eventueel wijzigingen aanbrengen in het product).
Productieafspraken
Afspraken die een organisatie maakt met een zorgkantoor over de te leveren zorg.
RAK
Reserve Aanvaardbare Kosten, de ‘spaarvoorziening’ van de organisatie.
Resultaatbestemming
De winst uit de onderneming kan worden besteed aan de RAK of aan een speciale reserve bestemd voor bijvoorbeeld een grote uitgave of een organisatorische verandering. Ook als er verlies is, kan dit worden ‘bestemd’. In dat geval wordt op die post bezuinigd.
Resultaatratio
Een maatstaf voor de winstgevendheid van de zorgonderneming: het jaarresultaat gedeeld door het totaalbudget.
Resultatenrekening
Deze rekening geeft de middelen weer die een zorgorganisatie heeft ontvangen en de kosten die zijn gemaakt. Het positieve of negatieve resultaat is het jaarresultaat. Is het positief, dan wordt het toegevoegd aan de RAK, is het negatief dan wordt het in mindering gebracht op de RAK. De baten en lasten moeten met elkaar in evenwicht zijn. De geconsolideerde resultatenrekening is het totaal van de resultaten van alle onderdelen van een organisatie.
Saldo
Saldo of resultaat is het verschil tussen baten en lasten. Als het saldo nul bedraagt, wordt er evenveel uitgegeven als er binnenkomt.
Schulden
Langlopende schulden zijn verplichtingen met een looptijd langer dan 1 jaar, kortlopende schulden hebben een looptijd van minder dan een jaar.
Solvabiliteit
De solvabiliteitsratio geeft de verhouding eigen vermogen – totaal vermogen aan. Met solvabiliteit wordt aangegeven in hoeverre een onderneming de financiële verplichtingen (betalingen) kan nakomen.
Totale baten
De optelsom van het wettelijke budget voor aanvaardbare kosten en overige bedrijfsopbrengsten.
Totale lasten
De optelsom van de posten personeelskosten, afschrijvingen en overige lasten.
Vermogen/eigen vermogen
Dat bestaat voor een deel uit het collectief gefinancierd gebonden vermogen, dat wil zeggen de reserves die zijn ontstaan uit zorggebonden activiteiten (waaronder de Reserve Aanvaardbare Kosten), voor een ander deel uit niet-collectief gefinancierd vrij vermogen.
Voorraden
De op het moment van het opmaken van de balans aanwezige goederen die klaar liggen om te worden gebruikt.
Voorziening
Een onderdeel van het vreemd vermogen waarvan de omvang nog onduidelijk is en het moment van afwikkeling nog onzeker, maar dat met een bepaalde mate van redelijkheid wel kan worden geschat.
Vorderingen
Vorderingen op de balans zijn de vorderingen die een kortere looptijd hebben dan één jaar.
Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten
Het geld dat van de zorgverzekeraar afkomstig is. Dit budget is afgesproken met de organisatie, op basis van de afspraken over het zorgaanbod van komend jaar. Het bevat een volumecomponent en een prijscomponent.